Meteen naar de inhoud

1. Bronnen van laagfrequent geluid

Vaak blijkt het moeilijk om een duidelijke bron van het belastende geluid aan te wijzen. Ook geluidmetingen bieden niet altijd uitkomst. Veel mensen horen geluiden zonder dat zij, of  een geluidexpert, de bron daarvan kunnen vinden. Soms wordt er wel iets gemeten, maar ligt het geluidniveau onder de toegestane norm. Bij anderen komt het geluid van binnenuit het lichaam. Maar ook in die gevallen kunnen de gevolgen van het geluid ingrijpend zijn.

1.1 Externe geluidbron

Natuurlijk kan het nuttig zijn om de oorzaak van de brom te vinden. Soms is de bron van het geluid duidelijk aan te wijzen, zoals bij een fabriek of snelweg. Binnenshuis kunnen bijvoorbeeld een ventilatie- of afzuigsysteem of een cv-pomp laagfrequent geluid produceren. Maar veel vaker kunnen mensen de bron niet vinden. Sommigen kloppen dan aan bij een geluidexpert of milieudienst voor geluidmetingen. In sommige gevallen wijzen de metingen dan uit dat er inderdaad sprake is van een laagfrequent geluid. In dat geval moet verder uitgezocht worden waar het gemeten geluid vandaan komt. Het kan dan nog zijn dat het geluid van een apparaat of bedrijf onder de toegestane norm ligt, zodat maatregelen niet vereist zijn. Uit gedetailleerde onderzoeken in Groot Brittanië, Denemarken, Nederland en Japan (zie Achtergrondinformatie) blijkt dat er soms (maar lang niet altijd) een geluid gemeten kan worden dat de klachten verklaard.

1.2 Interne bron

Als er geen bron gevonden kan worden en andere mensen het geluid ook niet horen, dan kan dat heel frustrerend zijn. Veel mensen voelen zich niet serieus genomen, wanneer wordt voorgesteld dat er misschien geen echt geluid aanwezig is. Toch blijkt dat het heel normaal is om geluid te horen dat er ‘eigenlijk’ niet is. Die geluiden ontstaan dan binnenin het lichaam.

Een voorbeeld is tinnitus of oorsuizen. De meeste mensen kennen dat als een hoge piep of suis van binnen. Maar het is ook mogelijk dat er lagere tonen worden waargenomen. Tinnitus kan heel anders klinken als wat we normaal horen, maar het kan ook lijken op een echt geluid. De klachten zijn vaak het duidelijkst in stillere ruimtes, en zelfs een zachte brom kan ervaren worden als een heel hinderlijk geluid. Sterker nog: als het maar stil genoeg is, nemen de meeste mensen, ook degenen die geen last hebben van tinnitus, inwendige geluiden waar. Uit onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat de meeste mensen in een stille, afgesloten ruimte toch geluiden horen. In een experiment gedaan door Heller en Bergman in 1953, werden mensen met een gezond gehoor in een extreem stille ruimte geplaatst. De ruimte was volledig afgesloten van geluiden van de buitenwereld.  Binnen 5 minuten gaf 94% van de deelnemers aan dat ze een geluid hoorden. Sommige van deze geluiden waren lage geluiden, zoals een brom, vrachtwagen of misthoorn. Andere geluiden waren hoger, zoals een suis, een bel of een fluit. Andere experimenten die later zijn gedaan leverden vergelijkbare resultaten. Deze geluiden zitten in het lichaam, het hoofd, of de hersenen. In een normale omgeving hebben de meeste mensen geen last van deze geluiden. Voor mensen met hinderlijke tinnitus treden deze geluiden echter wél op de voorgrond en dat kan leiden tot ernstige klachten. Net als tinnitus kan ook LFG een fantoomgeluid zijn. Net als bij fantoompijn is er dan een interne, neurologische oorzaak, waar sommigen veel last van kunnen hebben. 

1.3 Speelt stilte een rol?

Uit metingen in Nederland is gebleken dat het in woningen van mensen met klachten behoorlijk stil kan zijn en dat het er net zo stil is als in woningen zonder klachten. Uit onze onderzoeken van de laatste jaren blijkt bovendien dat er in dunbevolkte, dus vaak stillere gebieden in Nederland, naar verhouding meer LFG klachten zijn dan in dichtbevolkte gebieden. Het is daarnaast bekend dat:

a) het gehoor -gemiddeld genomen- vooral bij hoge tonen met de jaren slechter wordt (wat je in het begin nauwelijks hoeft te merken), en

b) dat er met toenemende leeftijd meer tinnitus voorkomt. De combinatie van beide zaken -stilte en veroudering- kan verschillende gevolgen hebben:

  1. Vanwege het mindere horen bij hoge tonen vallen laagtoniger geluiden misschien meer op. Vooral in een stille omgeving zal dan een zachte brom meer op kunnen vallen. Dat geluid kan reëel zijn, maar het ook – als in geval 1- in de hersenen ontstaan.
  2. Het hersengebied dat ‘luistert’ (de audiocortex) krijgt al minder signaal van het oor door veroudering en als het erg stil is, kan het zijn dat dat gebied dan alleen nog elektrische ruis (afkomstig van hersenactiviteit) oppikt. Ruis in de audiocortex wordt ervaren als geluid. In dat geval is het dus geluid dat buiten jezelf niet bestaat.

Beide mogelijkheden kunnen zich voordoen. Soms kan een brom door meting worden aangetoond (dan hebben we dus extern geluid), maar het komt zeker ook voor dat het echt doodstil is en er geen geluid meetbaar is dat met de klachten samenhangt (dan is er intern geluid). En misschien loopt het ook wel door elkaar. Zo zagen Amerikaanse KNO-specialisten dat onhoorbaar infrageluid bij cavia’s toch hersenactiviteit veroorzaakte en die activiteit verdween als er ook gewoon geluid bij kwam. Volgens hen zou dat bij mensen ook kunnen optreden. Als dat zo is, zou je dus het infrageluid in de omgeving dat je normaal niet hoort, wel kunnen waarnemen als het heel stil is (bijvoorbeeld doordat je de hogere tonen niet meer goed kunt horen). Maar voorlopig is dit nog speculatie en is er nog geen enkel bewijs voor gevonden dat dit zo werkt. Wat in de praktijk en door onderzoek wel is gebleken : de echte oorzaak vinden is meestal niet zo simpel.

1.4 Andere oorzaken?

Er zijn andere oorzaken genoemd voor het horen van LFG: elektromagnetische straling en trillingen. Het is bekend dat pieken in elektromagnetische straling klikgeluiden kunnen veroorzaken, waarschijnlijk door een minuscule, snelle verwarming in de hersenen. Maar voor het ‘horen’ van straling in de woonomgeving, als die voldoet aan veilige normen, is geen enkel bewijs.

Trillingen kunnen indirect zeker als geluid worden waargenomen. Het is bijvoorbeeld bekend van ondergrondse metro: de trillingen die via de bodem een huis bereiken, kunnen een vloer doen trillen waardoor de lucht in de kamer meetrilt: dat is dan laagfrequent geluid en het kan hoorbaar zijn. Ook kunnen door trillingen van bijvoorbeeld een weg of spoorweg ramen of voorwerpen in huis meetrillen: dat gerammel kan hoorbaar zijn. Maar als op deze manier langdurig LFG ontstaat, moet er wel een sterke en tamelijk constante trillingsbron in de buurt zijn. Het is dan bovendien best mogelijk dat je het directe geluid veel beter hoort. 

1.5 Te weinig onderzoek?

Sommige mensen met LFG-klachten vinden dat er veel meer onderzoek moet worden gedaan naar de bronnen van LFG en het verminderen van het LF geluid. In de Achtergrondinformatie bij deze tekst kan men lezen dat meerdere onderzoekers dat hebben gedaan en dat zij merken dat het hinderlijke LFG vaak niet meetbaar en ‑voor hen- ook niet hoorbaar is. Als ze het wel kunnen meten (en horen), is er natuurlijk veel makkelijker duidelijkheid te geven: of het geluid aan normen voldoet en waarschijnlijk ook wat de bron kan zijn. Maar vaak kan het LFG gewoonweg niet worden aangetoond.